U laat binnenkort een transforaminele epidurale infiltratie uitvoeren om uw pijnklachten te behandelen of te verminderen. Graag willen wij u wat meer uitleg geven over de transforaminele epidurale pijnbehandeling. Indien u nog vragen zou hebben na het doornemen van deze brochure, kunt u steeds terecht bij uw verwijzende of behandelende arts.
Wat is een transforaminele epidurale infiltratie
© Maastricht UMC+

Een transforaminele epidurale infiltratie is een inspuiting, onder röntgen-controle, met een lokaal verdovingsmiddel en een lang werkend ontstekingswerend geneesmiddel (cortisone) ter hoogte van de epidurale ruimte. Dit is de ruimte rond het ruggenmerg en de zenuwen die omsloten worden door de wervelkolom.
De epidurale ruimte wordt opgezocht via (trans) het neuroforamen. Dit is de bestaande opening waar de zenuw de wervelkolom verlaat.
Een transforaminele infiltratie wordt voorgeschreven bij uitstralende pijn tot voorbij de knie, waarbij conservatieve behandeling (medicatie, kiné) onvoldoende verbetering geeft. De pijnklachten zijn een gevolg van ontsteking, irritatie en zwelling van zenuwen. Onze wervelkolom bestaat uit wervels, op elkaar gestapeld als blokjes. Hiertussen bestaan openingen (foramen) waar zenuwen naar buiten kunnen treden. Het zal meestal op deze natuurlijke vernauwing zijn dat een zenuw mogelijks geïrriteerd wordt. Afhankelijk van welke zenuw betrokken is, zal de pijn uitstralen naar een bepaald deel van het been. Het doel van de inspuiting is de ontsteking en zwelling van de zenuw te verminderen, waardoor de pijn afneemt. Het kunnen inspuiten van medicatie daar waar de zenuw juist pijn veroorzaakt (links, rechts, duidelijk niveau) is het grote voordeel van een transforaminele epidurale infiltratie in vergelijking met een klassieke epidurale infiltratie. Deze laatste gaat meer diffuus werken en is minder doelgericht voor uw pijnprobleem.
Indien uw klachten gepaard gaan met een ernstige vorm van krachtsverlies in uw been, urineverlies en/of uitplasproblemen is het aan te raden dit onmiddellijk te melden aan uw arts of spoedgevallen te contacteren.
Tips voor een goede voorbereiding
Voor de behandeling (bij het maken van de afspraak)
Bij inname van bloedverdunners (zie lijst onderaan) moet u dit op voorhand melden aan uw verwijzende arts. Eventueel moet u deze medicatie een tijd voor de behandeling stoppen of vervangen door een ander geneesmiddel. Bij twijfel kunt u steeds contact opnemen met het pijncentrum.
Als u zwanger bent of een vermoeden daarvan heeft, dient u dit uitdrukkelijk te vermelden. Tijdens de behandeling worden röntgenstralen gebruikt, die schadelijk kunnen zijn voor uw ongeboren kind.
Bij een allergie voor jodium, andere ontsmettingsmiddelen, pleisters, contrast- of verdovingsmiddelen of andere producten, verwittig dan zeker de verpleegkundige of arts.
Op de dag van de behandeling
Mag u eten en drinken.
Hoeft u geen nachtkleed of toiletgerief mee te brengen. Breng bij frissere temperaturen een kamerjas mee.
Mag u uw medicatie innemen, met uitzondering van bepaalde bloedverdunners.
Als u koorts heeft of ziek bent, gelieve dan het pijncentrum te verwittigen.
Dient u een begeleider/chauffeur te voorzien voor uw vervoer naar huis na de behandeling. Aangezien de pijnbehandeling tijdelijke krachts- en gevoelsvermindering of duizeligheid kan geven, mag u de dag van de behandeling geen voertuig besturen.
Breng steeds uw verwijsbrief, relevante medische documenten (RX-foto’s, MRI-scan, CT-scan,…) en lijstje van uw huidige medicatie mee.
Een behandeling op het pijncentrum is vaak opgenomen in de hospitalisatieverzekering als daghospitalisatie. Breng de nodige papieren of kaart mee.
Hoe verloopt de transforaminele epidurale infiltratie
Voor de infiltratie
Nadat u zich ingeschreven heeft aan het onthaal van het ziekenhuis, meldt u zich aan op het dagziekenhuis pijn. De verpleegkundige begeleidt u naar een gemeenschappelijk kamer (met zetels), waar u een operatiehemd kunt aantrekken. Verder krijgt u een waakinfuus (katheter in arm of hand), waarlangs de arts tijdens de behandeling eventueel medicatie kan geven. Bij gebruik van bepaalde bloedverdunners wordt er een bloedcontrole (stolling) gedaan. U dient ook een korte vragenlijst in te vullen en te ondertekenen. Hiermee bevestigt u uw toestemming om de afgesproken behandeling te laten uitvoeren en uw akkoord met onze veiligheidsvoorwaarden (geen voertuig besturen, geen machines of gevaarlijke apparaten bedienen en geen belangrijke beslissingen nemen).
Tijdens de infiltratie
Gedurende de behandeling ligt u met uw buik op een kussen. Deze houding maakt de wervelkolom rechter. De juiste plaats van de infiltratie wordt opgezocht met behulp van röntgenstralen en op de huid aangeduid met een stift. De punctieplaats wordt ruim ontsmet, waarna de arts de huid plaatselijk verdooft. Dit kan een kortdurend brandend, spannend gevoel geven. Na de lokale verdoving prikt de arts, opnieuw met behulp van röntgenstalen, de epidurale ruimte aan. Als de naald de zenuw raakt, kunt u een klein schokje in uw been ervaren. Dit is normaal. U hoeft hier niet van te schrikken. Het is een aanduiding dat de arts de juiste plaats nadert. Het gebruik van contraststof geeft een extra controle van de plaatsbepaling (een locatie dicht bij de zenuw). Het inspuiten van de medicatie kan gepaard gaan met een zeker drukgevoel en uitstraling in uw been. Het is zeer belangrijk dat u tijdens de procedure rustig en ontspannen blijft liggen en dat u elke prikkeling of pijnsensatie zo nauwkeurig mogelijk aan de arts beschrijft.
Na de infiltratie
Na de infiltratie blijft u nog dertig minuten bij ons ter observatie. Uw bloeddruk, hartslag, pijn en verband worden gecontroleerd. Mogelijks kan een verdoving van uw been optreden. Dit effect is niet verontrustend en zal ten laatste de ochtend na de infiltratie verdwenen zijn. De dag van de behandeling is het aangeraden geen belastende inspanningen uit te voeren.
Risico’s en nevenwerkingen van een transforaminele epidurale infiltratie
Complicaties komen zelden voor. Er zijn echter aan elke procedure risico’s en nevenwerkingen verbonden. De meest voorkomende zijn:
Pijn op de plaats van de inspuiting, als gevolg van het prikken zelf, verdwijnt na enkele dagen.
Reactie op de corticoïden en/of lokale verdoving: verhoging van de bloedsuikerspiegel bij diabetici, hoofdpijn, sporadisch spierzwakte, daling van de bloeddruk, allergische symptomen.
Een bloeding, door het raken van een bloedvaatje, vormt geen probleem wanneer u geen bloedverdunners neemt of deze tijdig hebt stopgezet.
Een zeer kleine kans op een bloeding ter hoogte van het ruggenmerg, infectie en zenuwbeschadiging.
Hoofdpijn is normaal na het prikken. Contacteer echter uw arts als deze aanhoudt. In zeldzame gevallen is hoofdpijn bij rechtkomen een gevolg van het doorprikken van het membraan dat het ruggenmerg omringt (lekkage van hersenvocht). Uw arts zal in dit geval gepaste maatregelen nemen.
Bij aanhoudend krachtsverlies, urineverlies en/of uitplasproblemen, dient u spoedgevallen te contacteren.
…
Deze lijst is niet-limitatief.
Wat te verwachten betreffende pijn
Als na enkele uren de plaatselijke verdoving uitgewerkt is, kan uw pijn opnieuw toenemen. U mag hiervoor gerust een pijnstiller nemen. Na ongeveer vier dagen begint de medicatie te werken, met een te beoordelen resultaat na zeven à tien dagen.
Vaak worden transforaminele epidurale infiltraties in een serie van twee of drie gegeven, steeds met tussenpozen van ongeveer 3 weken. Door een tweede of derde infiltratie stabiliseert de reeds bereikte verbetering of neemt deze nog toe. Indien u na de behandeling geen pijn meer ervaart, dient er geen tweede of derde epidurale infiltratie uitgevoerd te worden.
Alternatieven
Wanneer u, om welke reden ook, beslist af te zien van de geplande transforaminele epidurale infiltratie, raden wij u een eventuele combinatie van medicatie en kinesitherapie aan als alternatieve behandeling. Indien geen verbetering van uw klachten bekomen wordt door medicatie, kinesitherapie, revalidatie of transforaminele epidurale inspuitingen, kan voor sommige indicaties een heelkundige ingreep ter hoogte van de wervelkolom voorgesteld worden.
Indien u nog vragen heeft omtrent de transforaminele epidurale pijnbehandeling, kunt u steeds contact opnemen met het pijncentrum: 03/890 59 23.
Bloedverdunners
Indien u één van de volgende geneesmiddelen neemt, dient u steeds contact op te nemen met uw huisarts of met het pijncentrum voor verdere richtlijnen.
Moeten meestal niet gestopt worden:
ASA®, Asaflow®, Cardio-aspirine®, Cardegic®, Aggrenox®, Persantine®
Moeten wel gestopt en eventueel vervangen worden:
Marcoumar®, Ticlid®, Efient®, Plavix®, Marevan®, Sintrom®, Brilique®, Arixtra®, Pradaxa®, Xarelto®, Eliquis®, Fraxodi®, Clexane®, Fraxiparine®, Innohep®, Fragmin®
Contactgegevens
Erkend Multidisciplinair Pijncentrum Sint-Jozef Bornem & Willebroek
Pijnspecialisten
Dr. G. De Clerck
Dr. F. Raps
Dr. K. Van Boxem
Tel.: 03.890.59.23 (Bornem & Willebroek)
Pijnverpleegkundigen
Tel.: 03.890.59.23 (Bornem & Willebroek)
auteur: dr. K. Van Boxem, pijnspecialist